Er bestaat geen specifieke blauwdruk voor duurzaamheid. Maar elke aanpak moet innovatie bevatten. Dit kan de kloof tussen de huidige en duurzame economie dichten, aldus Bernard Wientjes. Het bedrijfsleven en de overheid spelen hierin een cruciale rol, zei de voorzitter van VNO-NCW tijdens een VN-conferentie over water in Den Haag gisteren. Hierbij waren onder meer kroonprins Willem-Alexander, minister Melanie Schultz (Infrastructuur en Milieu) en minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking) aanwezig.
Toegevoegde waarde
Meer onderzoek en ontwikkeling leidt tot innovatie. Dat zorgt voor meer toegevoegde waarde, minder gebruik van grondstoffen en vermindert de impact op het milieu. De sociale omstandigheden verbeteren ook, aldus Wientjes. Het zorgvuldig omgaan met watervoorraden (efficiënt benutten, zuiveren en hergebruik) is daar volgens hem een belangrijk onderdeel van. Wientjes benoemde het Water Governance Covernance Centre als goed voorbeeld van publiek-private samenwerking, waarbij polders worden gebouwd en afgeleverd met een governance model voor de verdere financiering van deze beschermde watergebieden.
Verstandig beleid
Het bedrijfsleven en de overheid spelen een cruciale rol in het duurzaamheidsproces. 'Het bedrijfsleven om de simpele reden dat bedrijven de keten van grondstof tot het eindproduct voor de consument beheren', zei Wientjes. En regeringen moeten dit ondersteunen met verstandig beleid en wetgeving, in plaats van bedrijven te hinderen. Hij vindt dat koplopers uit het bedrijfsleven moeten worden ondersteund en gestimuleerd. Wientjes noemde de Dutch Sustainable Growth Coalition (DSGC) als voorbeeld. Maar de voorzitter van VNO-NCW zei ook dat bedrijven die achterblijven, die aanhoudend niet aan de algemeen aanvaarde normen voldoen, door de markt en de klanten worden afgestraft.
Groene polder
De transitie naar een duurzame economie vereist volgens de voorzitter van VNO-NCW samenwerking, met specifieke rollen voor het bedrijfsleven, overheden, universiteiten en NGO's. Dit past volgens hem binnen de traditie van succesvolle publiek-private samenwerking in Nederland. Wientjes verwijst daarbij naar het alom geroemde poldermodel. Dat is de laatste jaren uitgebreid met natuurbeschermingsorganisaties tot een 'groen polderoverleg'.